“Je hebt niet lang meer te leven en papa en mama denken dat we met jou het over het afscheid moeten hebben…..” begint Evelien.
Dan gebeurt er iets wat wij niet verwachten. In één ruk draait hij zijn hoofd naar links. En kijkt hij naar buiten. Contact? Nee. Het is klaar.
Het is de derde week van november 2017. Wij zitten aan zijn bed. Hij ligt. Hij is Tobias en hij is dood-, en doodziek. Hersenstamkanker. Nog geen twee-en-halve-week geleden vastgesteld. We hebben het nooit aan zien komen. Tobias was een sportman. Hij volleybalde. Fietste veel. En toch sloop de ziekte er er geleidelijk in.
Totdat het vastgesteld werd dat het om hersenstamkanker ging. En vanaf dat moment bepaalde dat ons hele leven. Er is geen ontsnappen aan. Hij komt er aan te overlijden.
That’s for sure.
Praten over het afscheid.
En zo zitten we aan zijn bed. Over het afscheid te praten. Dat leek ons een goed idee. Want één ding is zeker het afscheid komt er aan. Het tijdstip is alleen nog niet bekend.
We bespreken het omdat we het afscheid zelf willen organiseren. Maar hij is er niet klaar voor. Hij zegt niets meer. Staart naar buiten. Ik weet zeker dat ie huilt. Maar die fucking-tumor heeft zelfs de mogelijkheid om tranen te maken uitgezet.
We laten ons begeleiden door Ellen. Zij begeleidt ouders waarvan het kind gaat overlijden. Zij zegt: “waarom regelen jullie het afscheid niet zelf?”
“Als in Do It Yourself?” vragen wij.
“Ja.” zegt ze stellig.
Kijk…. niemand heeft om deze bizarre situatie gevraagd. We hebben geen enkele ervaring en toch moeten we in deze inferno blijven staan. Maar we weten ook dat het er aan komt. Een afscheid voor Tobias.
Natuurlijk zijn we er niet mee bezig geweest. Natuurlijk is het vreselijk. Natuurlijk is het veel te vroeg. Natuurlijk mag het niet.
Allemaal waar…. maar op de vraag waarom we het niet zelf organiseren… Geen idee.
Ellen zegt ook: “jullie kunnen het.”
De grote vraag is natuurlijk waarom zou het zelf willen doen?
Simpel.
Om grip te krijgen. En zo het beste afscheid te kunnen organiseren wat je maar kan bedenken.
Ons hele leven staat in de fik. Controle is er niet. Onderzoeken. Foto’s. Puncties. Prikken. Afspraken. we zijn on-ge-lofe-lijk geleefd. En dan krijg je te horen dat er niks meer mogelijk is. Dus klaar. Naar huis. Het laatste. Het stuur van het leven is volledig niet in onze handen. Dus waar je kunt, pak je grip. Dat zou dus het afscheid kunnen zijn.
Dat laatste wil je ergens gewoon zelf doen. Ook al heb je nauwelijks ervaring.
Terwijl we aan zijn bed zitten zien we in, dat het afscheid geen goed onderwerp is. We laten het waaien. Die middag doen we gewoon liefde. Geen dingen die moeten. Alleen maar dingen die steunen.
Pen en papier.
Hoe anders is de dag er na. “Pak maar pen en papier” zegt ie.
In allerijl pakken we het schriftje. Een pen en potlood. En dan begint Tobias te praten.
- Ik wil in een kist begraven worden.
- Papa maakt mooie letters er op.
- Het lied van Judith (schreef een lied over Tobias) moet worden gedraaid worden.
- Het moet eigenlijk vrolijk zijn. Maar ook verdriet is goed.
- Novalinde moet de kaars aansteken.
- Jullie moeten genieten en mij herinneren met een glimlach op je gezicht.
- Mensen moeten kleren aantrekken die ze fijn vinden.
- Bij het graf moeten ballonnen.
- Ik wil op mijn kamer liggen als ik net ben overleden. In mijn eigen bed.
- Na de begrafenis moet de familie gourmetten. Met lekkere broodjes hamburger en andere dingen zoals shoarma.
We zijn verbijsterd. Want hij dacht er dus zelf over na toen hij naar buiten keek. Alsof het niks is…. praat ie er over.
Zijn ideeën, opgeschreven in zinnen geven dus een enorme richting hoe we zijn afscheid moeten vormgeven.
We hebben genoeg beeld voor ons zelf hoe het afscheid eruit moet zien.
Het daadwerkelijke regelen komt later.
Wonder boven wonder krabbelde Tobias er in de navolgende maanden weer wat bovenop. Helaas in juli moesten we het schriftje er bij pakken.
Maar wat waren wij blij dat we het beeld in november hadden opgeschreven en dat wisten hoe zijn afscheid eruit moet zien.